
De Spakenburgse Diva's
Het Wilde Oog verbindt erfgoed aan kunst. Sinds 2000 portretteert Het Wilde Oog vrouwen in traditionele Spakenburgse klederdracht. Met de fotoreeksen die zijn ontstaan, wordt een artistieke laag toegevoegd aan de doorgaans historiserende en toeristische blik rond klederdracht.
Corrie, Mengsje en Wijmpje Koelewijn en Hendrikje Kuis vormen de Spakenburgse Diva’s. Ze zijn de muzen van Het Wilde Oog. Het viertal heeft een knappe maatschappelijke en culturele prestatie geleverd. Zij laten met hun dracht zien dat ze in een traditie staan én ze hebben de moed om zich open te stellen voor (hedendaagse) kunst. Verschillende werelden versterken elkaar: Die van volkscultuur (klederdracht) en die van de kunst (Armando en Henk Visch, Marlene Dumas en Claudy Jongstra). Kenmerkend aan de werkwijze van Het Wilde Oog is dat ze visuele vrijheid en speelruimte biedt aan de vrouwen op de locaties. Er worden lagen toegevoegd, ontleend aan uiteenlopende werelden: van sprookjes, stripverhalen tot aan surrealisme. De tot theatermakers opgeleide Hans Lemmerman, Inge van Run en Miranda Lonink zijn in hun regie/scenografie tegelijkertijd streng en speels. De strengheid wordt bepaald door het kadreren, het formalistisch een compositie maken. De vrijheid zit in het toestaan van uiteenlopende beeldingrepen. De Wilde Ogers vinden het de kunst om beelden voorbij het verstand te laten glippen. Een spel te spelen met werelden die naast elkaar bestaan. Die op elkaar ingrijpen en met elkaar botsen. De kenmerkende Spakenburgse dracht past in de Nederlandse kunsttraditie van geometrische helderheid van bijvoorbeeld Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld. De beelden bieden niet alleen een nieuw perspectief op vrouwen in klederdracht, maar voorzien ook de kunst(geschiedenis) van nieuwe vergezichten.