
Het Wilde Oog verbindt culturen. Twintig jaar lang heeft Het Wilde Oog gestalte gegeven aan een fotografie-project met deze titel. De foto’s tonen een herinterpretatie van (bijna) uitgestorven klederdracht. Ze bieden uiteenlopende voorbeelden van de cross-over erfgoed, mode en sieraad. In binnen- en buitenland.
Een kenmerk van klassiekers (boeken, films, muziek, toneelstukken, design) is, dat ze zowel onverwoestbaar als elastisch zijn. Ze bewegen met de tijd. En met lezers/kijkers/luisteraars. We vragen ons af: Geldt dit ook voor de losse klederdracht-elementen uit Spakenburg? Specifieke (sub)culturen en lifestyles zijn verrijkt met authentieke Spakenburgse kraplappen. En met tot kunst getransformeerde kraplappen, jakken, stukkies, boormouwen, rode doeken, schorten en rokken. Onder andere bij Japanse jongeren die paraderen in het Tokiose Yoyogipark. Bij ooit punkers bijeengekomen in De Fundatie Heino. Bij orthodoxe joodse mannen in het straatbeeld van Antwerpen. Festivalbezoekers van Sensation White in de Amsterdam Arena en die van Festival Landjuweel op Ruigoord worden getooid. Een kraplap wordt mode in Berlijn. Een Spakenburgse rok uit 1905 wordt gedragen door een 16 jarige rapper uit het Gooi. De klederdracht met haar vaste voorschriften, kan bij Het Wilde Oog ademhalen. Los van de Spakenburgse gemeenschap en de codes die daar gelden, bouwt Het Wilde Oog nieuwe textiel-combinaties met culturen en lifestyles die hun eigen kenmerken bezitten. Onze werkwijze is verwant aan wat in de jazz genoemd wordt: instant-composing. Instant-composing met textiel. Nieuwe klederdracht-varianten ontstaan. Een uitwisseling van culturele identiteiten is gedocumenteerd. Een lokale cultuur, nagenoeg uitgestorven, wordt in een mondiaal perspectief geplaatst. En gaat shinen!