home | | | het wilde oog | | | architectuur | | | beeldende kunst | | | performance | | | vormgeving | | | | | projecten | | | contact | |
het wilde oog in de pers |
Een maakwijze, geen recept. Hans Lemmerman (50) en Inge van Run (46) vormen sinds 2000 Het Wilde Oog: een theateratelier dat verschillende disciplines met elkaar verbindt: theater met beeldende kunst, architectuur met cultureel erfgoed.Tijdens de workshopdag van 26 september waren vooral makers en docenten uit het jongerentheater aanwezig. Gaan cultureel erfgoed en jongeren samen? Cultureel erfgoed als materiaal voor het maken van theatrale composities. Bezittingen en gewoonten die doorebben van generatie op generatie. Een werkwijze die zeker beklijft bij ouderen, maar is deze methode tot theatrale documentaires ook werkbaar voor en door jongeren? In NRC-Next van 26 oktober staat een artikel over 'Sexual Perversity', een voorstelling over vier losbandige twintigers die binnenkort in première gaat. Johnny de Mol, Birgit Schuurman, Jelka van Houten en Gijs Naber vormen de cast. 'Sexual Perversity' gaat zeker niet over cultureel erfgoed. Natuurlijk, deze MTV-voorstelling heeft jongeren als doelgroep en wordt niet door jongeren zelf gespeeld. Maar heeft het één niet met het ander te maken? Monteren theatermakers in het jongerentheater niet liever aansprekende thema's als liefde, sex en onzekerheid met elkaar in flitsende dialogen met muziek en dans? Hans Lemmerman: 'Veel voorstellingen in het jongerentheater zijn een afgeleide, van een afgeleide, van een afgeleide vaan wat ooit door Alain Platel en Pina Bausch is bedacht. De dood in de pot voor het jongerentheater is dat je als maker voortdurend vertrekt vanuit die jongeren. Dat is de omgekeerde wereld. Je moet als maker beginnen met dat wat jou raakt. Natuurlijk moet de eigenheid van de jongeren overeind blijven staan. Maar je kunt best een jongerenvoorstelling maken met iets wat aan het vergaan is, zonder dat het folklore wordt. Een voorbeeld? Neem 100 Friese doorlopers en vraag jongeren ze zo in een ruimte te rangschikken dat het visueel spanning genereert en zij er tevreden over zijn. Vanuit dat beeld kun je verder bouwen, kun je hen een levensvraag stellen die je verder in dat beeld componeert. Of laat je hen onderzoeken hoe je kunt breakdancen met Friese doorlopers. Ik vind dat je jongeren een bepaalde wijsheid moet meegeven, anders blijft het altijd 'Pump up the Volume'. Het is zonde als jongeren niet verder komen dan dat'. Later voegt Lemmerman daar aan toe: 'Wij willen de workshopdeelnemers ontregelen. Op de vraag 'wat kan ik hiermee met 16-jarigen?', weet ook ik het antwoord niet. Degene die die vraag stelt, moet eerst zelf ontregeld worden. Het Wilde Oog is een maakwijze, geen recept.' De theatrale documentaire: Hans en Inge zoeken voortdurend naar beelden die intrigeren. Op tafel komt een foto uit de Volkskrant van een Chinees meisje. Ze zit op haar knieën en houdt haar schoolbankje in de lucht.Voor straf, een uur lang. Terwijl menig lezer van de krant geraakt zal worden door het onrecht dat dit meisje wordt aangedaan, gaat het Hans en Inge om het beeld en hoe je dit beeld naar performancekwaliteit tilt. Alleen het beeld telt, niet de sentimenten, de anekdotes of de psychologie. Hans Lemmerman: 'Stel je voor dat ik een Spakenburgse vrouw een knalroze wasmand boven haar hoofd laat tillen, dan krijg je een ander beeld van die vrouw dan je daarvoor had.' De theatrale compositie ontstaat door verschillende bouwstenen op elkaar te monteren. Hans legt dit principe als volgt uit: 'We lieten tijdens de workshop drie mensen aan tafel zitten. Op de tafel lag een blauw katoenen lap als tafelkleed, in het midden een mutsje uit de Spakenburgse klederdracht. De drie mensen aan tafel kregen de opdracht met elkaar met zout het patroon van het mutsje op het tafellaken te tekenen. En terwijl ze daar mee bezig zijn, beantwoordden ze de vraag wat ze gemist hadden in hun opvoeding. We vertrekken dus vanuit het beeld, geven daar een opdracht bij en verbinden het beeld met persoonlijke herinneringen- door het stellen van een existentiële vraag- van die drie daar aan tafel. Na een tijdje stond iemand op van de tafel, zette een cd op en zei: 'Dit is de muziek die ik op mijn begrafenis wil.' Dus naast het beeld en de conversatie voegen we een derde, muzikaal element toe. Wat er dan ontstaat, is niet gespeeld, is echt, is die theatrale documentaire.' Het principe van theatraal componeren wordt duidelijk. De bovenstaande scène kan zeker twintig minuten duren. Maar daarmee heb je nog geen voorstelling. Hans: 'Dat is natuurlijk het interessante, hoe bouw je dit uit? Ga je verder met die tafel? Er is geen thema als uitgangspunt, dus kun je de vrijheid nemen om een element toe te voegen die de compositie verdiept. Stel dat er een vierde speler zou binnen komen, met die roze wasmand boven z'n hoofd. En die zegt een beroemde one-liner? Wat zou er dan gebeuren?' Cultureel erfgoed als theatrale kracht: Aukje de Boer, de Theater NV, december 2006. |
terug naar
pers | terug naar ‘Dramaturgisch schrijven & vormgeven op de vloer’ |